Met Microsoft Internet Connection Sharing kan een computer die via een kabel- of DSL-modem met internet is verbonden, de verbinding delen met andere computers die erop zijn aangesloten.
Stappen
Methode 1 van 2: Op de hostcomputer
Stap 1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm
Stap 2. Klik op Netwerk- en internetverbindingen, klik op Netwerkverbindingen
Stap 3. Klik met de rechtermuisknop op de verbinding die u gebruikt om verbinding te maken met internet
Als u bijvoorbeeld verbinding maakt met internet via een modem, klikt u met de rechtermuisknop op de gewenste verbinding onder Inbellen.
Stap 4. Klik op Eigenschappen
Klik op het tabblad Geavanceerd.
Stap 5. Schakel onder Internetverbinding delen het selectievakje Andere netwerkgebruikers toestaan verbinding te maken via de internetverbinding van deze computer in
Stap 6. Als u een inbelverbinding met internet deelt, schakelt u het selectievakje Een inbelverbinding tot stand brengen wanneer een computer in mijn netwerk probeert toegang te krijgen tot internet in als u wilt dat uw computer automatisch verbinding maakt met internet
Stap 7. Klik op OK
U ontvangt een bericht, klik op Ja.
Methode 2 van 2: Op de clientcomputer
Stap 1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm
Klik op Netwerk- en internetverbindingen. Klik op Netwerkverbindingen.
Stap 2. Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en klik vervolgens op Eigenschappen
Stap 3. Klik op het tabblad Algemeen, klik op Internet Protocol (TCP/IP) in de lijst Deze verbinding gebruikt de volgende items en klik vervolgens op Eigenschappen
Stap 4. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van Internet Protocol (TCP/IP) op Automatisch een IP-adres verkrijgen (als dit nog niet is geselecteerd) en klik vervolgens op OK
Stap 5. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen LAN-verbinding op OK
Stap 6. Open uw browser om te controleren of wat u deed werkt
Video - Door deze service te gebruiken, kan bepaalde informatie worden gedeeld met YouTube
Tips
- Als u een kabel gebruikt, moet de computer die de verbinding deelt, twee LAN-sleuven hebben.
- De verbinding met internet wordt gedeeld met andere computers op het lokale netwerk (LAN). De netwerkadapter die is aangesloten op het LAN is geconfigureerd met een statisch IP-adres van 192.168.0.1 en een subnetmasker van 255.255.255.0
-
U kunt ook een uniek statisch IP-adres toewijzen in het bereik van 192.168.0.2 tot 192.168.0.254. U kunt bijvoorbeeld het volgende statische IP-adres, subnetmasker en standaardgateway toewijzen:
- IP-adres 192.168.0.2
- Subnetmasker 255.255.255.0
- Standaard gateway 192.168.0.1