Een omgevingsvariabele maken in Windows 10: 9 stappen

Inhoudsopgave:

Een omgevingsvariabele maken in Windows 10: 9 stappen
Een omgevingsvariabele maken in Windows 10: 9 stappen

Video: Een omgevingsvariabele maken in Windows 10: 9 stappen

Video: Een omgevingsvariabele maken in Windows 10: 9 stappen
Video: Run SQL queries in EXCEL (just like a normal Excel formula 🤯) 2024, April
Anonim

Deze wikiHow leert hoe je nieuwe omgevingsvariabelen kunt toevoegen in Windows 10. Omgevingsvariabelen zijn handig om intern paden in het besturingssysteem voor specifieke programma's te specificeren. Het wordt in principe opgeslagen in de vorm van een naam- en waardepaar. OS heeft veel ingebouwde omgevingsvariabelen zoals 'PATH' waar paden naar geïnstalleerde software worden opgeslagen. Blijf bij dit artikel om erachter te komen hoe u omgevingsvariabelen kunt toevoegen in Windows 10.

Stappen

1_locate_desktop_screen
1_locate_desktop_screen

Stap 1. Zoek het pictogram "Deze pc" op uw systeem

Mogelijk vindt u het op uw bureaubladscherm. U kunt naar uw bureaublad gaan door op Ctrl+D te drukken.

Stap 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram "Deze pc"

Dit toont een kleine pop-up, met weinig opties.

2_click_properties
2_click_properties

Stap 3. Klik op de optie "Eigenschappen"

Mogelijk vindt u deze op de laatste positie onder de optie "Naam wijzigen". Dit opent een nieuw venster met alle systeemdetails zoals RAM, processor, besturingssysteem, enz.

3_click_advanced_settings
3_click_advanced_settings

Stap 4. Klik of dubbelklik op "Geavanceerde systeeminstellingen"

Mogelijk vindt u deze optie aan de linkerkant van het nieuw geopende venster (Systeemdetails). Deze optie staat onder de optie "Systeembeveiliging".

4_click_environment_variables
4_click_environment_variables

Stap 5. Klik op Omgevingsvariabelen

Nadat u erop hebt geklikt, wordt een nieuw venster weergegeven met de naam "Omgevingsvariabelen".

5_decide_variables
5_decide_variables

Stap 6. Bepaal welke variabele u wilt toevoegen (Gebruiker / Systeem)

Klik op de optie Nieuw in een willekeurige sectie (Gebruiker/Systeem).

6_add_variables
6_add_variables

Stap 7. Voeg de variabelenaam en variabelewaarde toe en klik op OK

In variabele_naam kunt u een naam geven aan uw gebruikersvariabele en PATH specificeren in de variabele_waarde, en tenslotte op "ok" klikken om de wijzigingen op te slaan.

7_view_variabelen
7_view_variabelen

Stap 8. Bekijk de omgevingsvariabelen

Nadat u een nieuwe variabele met pad hebt opgeslagen, kunt u de invoer van variabelen zien.

8_add_new_vaiable
8_add_new_vaiable

Stap 9. Klik op OK

Nadat u op OK hebt geklikt, hebt u met succes een nieuwe gebruikersvariabele gemaakt waaraan een PATH is gekoppeld.

Aanbevolen: