Als jij het soort persoon bent dat graag het maximale uit zijn auto haalt, dan is een Racechip perfect voor jou. Een Racechip is een elektrische monitor die de motorprestaties optimaliseert, waardoor uw auto meer vermogen krijgt en tegelijkertijd brandstof bespaart. Het past tussen de motorbedieningen en sensoren op uw motor. Installeer het door de bestaande pluggen van de motor los te maken en in plaats daarvan aan de monitor te haken. Voor de meeste auto's duurt de installatie ongeveer 15 minuten en vereist geen gereedschap of mechanische expertise. Een Racechip is volkomen veilig en kan het rijden nog aangenamer maken.
Stappen
Deel 1 van 4: Toegang tot de motor
Stap 1. Wacht ongeveer 10 minuten totdat de motor is afgekoeld als de auto recentelijk heeft gereden
De motor wordt erg heet en kan tot die tijd niet veilig worden aangeraakt. Zet je auto in de tussentijd af. Als u klaar bent om met de installatie te beginnen, plaatst u eerst uw hand bij de motor. Als je voelt dat er warmte van af komt, geef het dan wat meer tijd om af te koelen.
De wachttijd is afhankelijk van hoe recent u met de auto heeft gereden. Als je net een lange afstand hebt gereden, geef het dan minimaal 30 minuten om af te koelen
Stap 2. Open de motorkap om toegang te krijgen tot de motorruimte
Trek aan de hendel voor het openen van de motorkap in uw auto. Het bevindt zich aan de bestuurderszijde, meestal onder het dashboard en bij de deur. Nadat je de motorkap hebt geopend, stap je uit de auto en doe je de deuren op slot. Zet de motorkap omhoog zodat je goed zicht hebt op de motor.
Het vergrendelen van de deuren is handig om te voorkomen dat iemand per ongeluk de auto aanzet terwijl u aan het werk bent. Als u een elektronische motorstarter heeft, plaats deze dan ook op een veilige plek uit de buurt van de auto
Stap 3. Verwijder de clips of bouten om de motorkap los te maken
De motor is in de meeste voertuigen bedekt met een stuk zwart plastic. Het wordt meestal op zijn plaats vastgemaakt met kleine plastic clips. Zoek de clips langs de bovenkant van het deksel en trek ze vervolgens omhoog om ze te verwijderen. Als uw deksel in plaats daarvan bouten heeft, gebruikt u in plaats daarvan een dopsleutel van 4 mm (0,16 inch).
- Bij sommige voertuigen is het verwijderen van de hoes iets ingewikkelder. Mogelijk moet u de sensoren en de inlaatklep losmaken omdat deze op het deksel zijn aangesloten. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie.
- Sommige voertuigen hebben een hoes zonder opzetstukken die eenvoudig met de hand omhoog getrokken kunnen worden. Anderen hebben misschien helemaal geen dekking.
Deel 2 van 4: Aansluiten op de Turbo Boost-sensor
Stap 1. Zoek de turbodruksensor bovenop de motor
Kijk langs het achterste deel van de motor voor een grote, zwarte plug. De plug bevindt zich meestal in de buurt van de rechterbovenhoek van de motor. De stekker heeft ook een rond, flexibel, zwart snoer.
Als je een Racechip bestelt, vraagt de fabrikant welke auto je hebt. Als u ze het merk en model geeft, bevatten ze een routebeschrijving met volledige afbeeldingen die laten zien waar de sensorstekkers zich bevinden. Het is erg handig als u problemen ondervindt om ze zelf te vinden
Stap 2. Trek de stekker van de turbosensor uit de connector
Controleer de bovenrand van de stekker op een klein lipje. Pak het achterste uiteinde van de plug vast terwijl u het lipje met één vinger naar beneden houdt. Trek vervolgens de stekker uit de connector. Het lipje maakt de stekker los, zodat deze recht van de connector glijdt.
- Wees voorzichtig met de plug om ervoor te zorgen dat het lipje niet breekt. Als het vastzit, forceer het dan niet. Zorg ervoor dat het lipje naar beneden is gedrukt en trek het vervolgens met stevige druk naar buiten.
- Als de stekker niet bereikbaar is, moet u mogelijk eerst enkele andere onderdelen loskoppelen. Soms zitten bijvoorbeeld het luchtfilter en de aanzuigbuis in de weg en kunnen deze met een dopsleutel worden losgedraaid.
Stap 3. Steek de Racechip-stekker gemarkeerd met A in de connector als u een gasmotor heeft
Haal de kabelboom van de Racechip uit de doos en controleer vervolgens de verschillende stekkers op lettermarkeringen. Aan het uiteinde met de markering A is een stekker en stopcontact bevestigd. Breng de stekker in lijn met de uitlaat van de turbodruksensor en duw hem vervolgens naar binnen totdat u hem op zijn plaats hoort klikken.
- De stekker past maar op één manier, dus je kunt hem niet per ongeluk verkeerd installeren. Als het niet is uitgelijnd met de sensor, past het niet.
- Merk op dat dieselmotoren een beetje anders zijn. Als u een dieselauto heeft, is de stekker met de markering B bedoeld om in de turbodruksensor te passen.
Stap 4. Steek de oude turbo boost connector in de aansluiting van de Racechip
Gebruik de aansluiting aan het uiteinde van de kabelboom met de markering A. Dit is de aansluiting direct naast de stekker die u in de connector hebt geplaatst. Klik de twee aan elkaar om het installeren van het eerste uiteinde van het harnas te voltooien.
- Luister naar de klik die aangeeft dat de stekker en het harnas goed zijn aangesloten. Het is behoorlijk luid, dus als je het niet hoort, kan het betekenen dat de stekker nog los zit. Duw het met een beetje meer druk naar binnen terwijl u het lipje ingedrukt houdt.
- Als het niet past, gebruikt u mogelijk het verkeerde uiteinde van de kabel. Controleer het letterlabel nogmaals.
Deel 3 van 4: De installatie van de kabelboom voltooien
Stap 1. Zoek de absolute druksensor van het verdeelstuk als u een gasmotor heeft
Deze sensor bevindt zich linksboven op de motor in de buurt van de passagierszijde van uw auto. Het is iets kleiner dan de turbosensor, maar het is niet zo moeilijk te vinden. Het heeft ook een zwarte stekker en een snoer dat hem verbindt met de rest van het voertuig.
Controleer de instructies die bij de Racechip zijn geleverd. De fabrikant voegt een afbeelding toe die precies laat zien waar de sensor zich op uw voertuig bevindt
Stap 2. Zoek de common rail-sensor als u een dieselmotor heeft
Elke dieselmotor heeft een metalen buis in het midden. De buis staat bekend als de common rail en is gemakkelijk te herkennen als je van bovenaf naar beneden kijkt. Aan het ene uiteinde van de rail zit een ronde plug, waar de connector van de Racechip moet passen. Bij sommige auto's zit de stekker in het midden, dus kijk daar als je hem niet aan de uiteinden van de rail ziet.
- Een manier om de sensor te vinden, is door de brandstofinjectieleiding te volgen die van de brandstoftank naar de motor loopt. De rail heeft een grote, plastic ring in de buurt, een wartelmoer. Met de moer trek je eenvoudig de stekker van de sensor.
- Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor meer informatie. Het heeft een afbeelding die laat zien waar de sensor zich op uw specifieke voertuigmodel bevindt.
Stap 3. Koppel de stekker los van de sensor door op het lipje te drukken
Kijk langs de lengte van de mopshond voor een klein lipje. Pak het uiteinde van de stekker vast terwijl u één vinger op het lipje houdt. Trek vervolgens het lipje terug van de sensor om deze los te koppelen.
De absolute druksensor van het verdeelstuk op een gasmotor is identiek aan de turbodruksensor. U kunt naar de ene verwijzen om het ontgrendeltabblad op de andere te vinden
Stap 4. Steek de resterende Racechip-stekker in de sensor
Pak het andere uiteinde van de kabelboom op. Het zal een stekker en een stopcontact hebben. Om de stekker te plaatsen, lijnt u deze uit met de sensoruitgang en duwt u hem vervolgens op de sensor totdat u hem op zijn plaats hoort klikken.
- Als u aan een auto met gasmotor werkt, gebruik dan het uiteinde van de kabelboom met de markering B. Gebruik voor een dieselstekker die met de markering A.
- De plug is speciaal gemaakt om op de sensor te passen, dus er is geen manier om deze verkeerd te installeren. Als het niet past, controleer dan nogmaals of het is uitgelijnd met de sensoruitgang.
Stap 5. Sluit de sensorstekker aan op de uitgang van de kabelboom
Door de rest van de kabelboom aan te sluiten, heb je nog een laatste stopcontact. Neem de oude stekker die u van de sensor hebt losgemaakt en steek deze in het harnas. Het zal perfect passen, de Racechip aansluiten op het systeem van het voertuig.
- Zorg ervoor dat u het stopcontact gebruikt naast de stekker die u hebt gebruikt, niet die aan het andere uiteinde van de kabelboom. Die is bedoeld voor de turbosensor.
- De Racechip zou op dit punt uit moeten blijven. Als het aangaat, staat uw auto nog steeds aan. Zet de auto uit en ontkoppel de Racechip om hem te resetten.
Deel 4 van 4: De Racechip installeren en activeren
Stap 1. Verwijder de deactiveringsstekker uit de kabelboom
Nu ben je klaar om de Racechip aan te sluiten op de kabelboom. De kabelboom heeft een extra stekker in het midden, maar deze wordt afgedekt met een blocker. Zoek de paarse clip aan de zijkant en trek deze weg van het harnas. Met de clip eruit, kun je de blocker van de plug trekken.
- Als je de plug niet kunt verwijderen, controleer dan de verwijderclip of het lipje aan de zijkant. Zorg ervoor dat deze helemaal naar buiten is getrokken of ingedrukt is gehouden.
- Bewaar de deactiveringsplug in het dashboardkastje van uw auto. Wanneer u de Racechip moet deactiveren, plaatst u de stekker er weer op.
Stap 2. Sluit de Racechip aan op de kabelboom
Haal de Racechip uit de doos en lijn deze uit met de stekker op de kabelboom. Let op de witte sticker op de stekker en het merklogo op de Racechip. Zorg ervoor dat ze allemaal aan dezelfde kant staan. Schuif vervolgens de Racechip op de plug totdat deze op zijn plaats klikt.
- De Racechip past niet tenzij deze op de juiste manier is gedraaid. Lijn het goed uit met de stekker voordat u het probeert te installeren.
- De Racechip mag nog niet oplichten. Als dit het geval is, krijgt u een foutmelding. Koppel de Racechip los en controleer nogmaals of uw auto uit staat.
Stap 3. Bevestig de montageclips en kabelbinders aan de Racechip
De Racechip wordt geleverd met 4 bevestigingsclips en een paar kabelbinders die je kunt gebruiken om hem in je auto op te hangen. Klik de montageclips in de kleine openingen aan de achterkant van de Racechip en plaats ze in de hoeken. Schuif een grote kabelbinder door de bovenste en onderste clips aan de linkerkant en doe hetzelfde met de rechterkant.
De clips zijn afneembaar. Als u de Racechip moet verplaatsen, trekt u de clips van de auto af in plaats van de kabelbinders door te knippen. U kunt de Racechip dan opnieuw ophangen met de oude stropdassen
Stap 4. Kies een stabiele plek langs de zijkant van de motorruimte voor de Racechip
Kijk rond de randen van de motorruimte voor een duidelijke plek om de Racechip op te hangen. Zoek een plek waar je de kabelbinders kunt gebruiken. Veel voertuigen hebben zichtbare metalen staven op het frame of gaten waar u de kabelbinders doorheen kunt schuiven. Draai de kabelbinders zo vast dat de Racechip tijdens het rijden niet verschuift.
Vergeet niet de kabelboom in de gaten te houden. Zorg ervoor dat u het veilig door het motorcompartiment kunt leiden en houd het uit de buurt van bewegende delen
Stap 5. Gebruik kabelbinders om de kabelboom in de motorruimte vast te zetten
Probeer de kabelboom op de verbindingskabels langs de achterkant van de motor te laten rusten. Bind het aan de andere kabels met behulp van de kleinere kabelbinders die bij de Racechip worden geleverd. Test de kabel daarna om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit en niet in de buurt komt van de motorcomponenten. Knip vervolgens de overtollige lengte van de banden af met draadknippers.
Zorg ervoor dat u de kabel niet te strak uitrekt. Te veel spanning kan ervoor zorgen dat hij breekt
Stap 6. Zet het contact aan om de Racechip te testen
Draai de sleutel in het contact om de auto te activeren zonder de motor te starten. De elektrische systemen, zoals de lichten en de radio, gaan aan. Controleer ook de Racechip om er zeker van te zijn dat deze stroom krijgt. Als het werkt zoals bedoeld, plaatst u de motorkap terug en sluit u de motorkap. Maak dan een proefrit met uw auto om te kijken hoe hij omgaat met de nieuwe chip!
- Als de chip niet lijkt te werken, zet u de auto uit en controleert u de stekkers. Zorg ervoor dat de kabelboom goed is aangesloten op de sensoren.
- Als je hulp nodig hebt, neem dan contact op met de klantenondersteuning. Zij kunnen u door het installatieproces leiden.
Tips
- Geef bij aanschaf van een Racechip aan de fabrikant door wat voor auto u heeft. Ze kunnen u een installatiehandleiding sturen die specifiek wijst op de locatie van de sensoren in de motorruimte.
- Als je problemen hebt met de installatie, bel dan de Racechip-klantenservice. Vraag de klantenservice om u door het installatieproces te leiden.
- Racechips kunnen niet tussen auto's worden overgedragen. Als je van auto wisselt, neem dan contact op met de klantenondersteuning voor herprogrammering of koop een nieuwe.
